ermindo armino

Harm van Veldhoven keerde als verloren zoon terug bij Roda JC, maar moet nu als technisch directeur een degradatie slikken. Hij moet nu aan de slag met een Plan B. „Je neemt een erfenis mee, maar met de stappen die je maakt, heb je de prijs niet gehaald. En dan voel je je toch verloren.”
DOOR ROEL WICHE

KERKRADE

Hoe heeft u deze enorme klap verwerkt?

„Ik ben aangeslagen, net als iedereen hier. Ik was zwaar ontgoocheld, ook ik vind dat we Almere aan de kant moeten zetten. We hebben de omstandigheden niet genoeg naar onze hand kunnen zetten. Het jammerlijke is dat we dit seizoen al veel gesaneerd hebben om te kunnen bouwen aan een ploeg die in balans is. Dat wordt nu plots aan de kant geduwd.”

Heeft u in uw plannen er rekening mee gehouden dat het zo mis zou kunnen gaan?

We moeten ergens ons verlies gaan compenseren. Over de hele linie zal deze club zeker twee tot drie miljoen euro verliezen door minder inkomsten. Harm van Veldhoven
„We hadden een plan A en een plan B. Direct na de degradatie ben ik met plan B gaan werken. Ik heb vandaag (maandag, red.) binnen zes uur alles in gang gezet. We moeten terugschakelen, dat is de realiteit. We hebben de afgelopen tijd veel gesprekken gehad met spelers die we interessant vinden. Het plan was om binnen een week na handhaving in de eredivisie op de transfermarkt te gaan handelen. Maar nu kunnen we die spelers niet meer betalen en moeten we terug naar plan B. Die lijst ligt ook klaar, maar met die categorie spelers hebben we minder gesprekken gevoerd.”

Welke gevolgen heeft deze degradatie voor de slagkracht van Roda?

„Die gevolgen zijn voelbaar. Het spelersbudget van vier miljoen euro moet met dertig tot veertig procent worden ingekrompen. Ik verwacht dat zo’n twaalf spelers zullen blijven en zo’n twaalf spelers zullen vertrekken. Het kan zijn dat een speler goed genoeg is, maar financieel niet meer past bij het niveau waarop we gaan spelen. We moeten ergens ons verlies gaan compenseren. Over de hele linie zal deze club zeker twee tot drie miljoen euro verliezen door minder inkomsten.”

U staat voor een hels dilemma: alles op alles zetten om binnen één jaar weer te promoveren, met alle financiële risico’s, of tijd nemen voor de wederopbouw. Waar kiest u voor?

„Voor dat laatste. We moeten zodanig saneren dat we de organisatie niet scheef trekken. We hebben gekozen voor een beleid en dan moet je niet alles weer op de kop gaan zetten. We bouwen de club weer gezond op. Het is de enige gezonde manier om terug te komen op het niveau waarop we willen spelen. Volgend seizoen krijgen we een eerste divisie met vijf clubs die allemaal in top kunnen spelen. Als wij ons plan goed invullen, dan krijgen we een heel acceptabel team op de been.”

U heeft uw nek uitgestoken door het contract met Robert Molenaar vroegtijdig te verlengen. Staat u nog steeds achter dit besluit?

„Ja. Als je na de winterstop een ranglijst maakt, is Roda als negende geëindigd. Nu komen er twee wedstrijden in de play-offs overheen, het zou te gek zijn om plots nu anders te gaan denken. Natuurlijk, Robert is nu ook gebroken. We moeten hem beschermen, hij kan rust gebruiken. Ik heb dit seizoen ontwikkeling gezien, ik zie zijn omgang met de spelersgroep. Resultaten zijn bepalend, maar daar moet ik doorheen kunnen kijken. Ik heb groei gezien, maar ook de problematiek van dit team. De balans was niet altijd goed dit seizoen, net als de mentale kwaliteiten.”

U bent als technisch directeur eindverantwoordelijk voor het sportieve verhaal. Wat verwijt u u zelf?

„Natuurlijk kijk je ook in de spiegel. En dan moet je toch zeggen: we hebben het niet gehaald. Je neemt een erfenis mee uit het verleden, maar met de stappen die je hebt gemaakt, heb je de prijs niet gehaald. En dan voel je je toch verloren.”

Er zijn critici die zeggen: u heeft uw doelstelling niet gehaald, dus u moet opstappen.

„Mensen mogen dat vinden. Maar ik vind dit soort uitspraken te gemakkelijk. We zijn begonnen met een achterstand, moesten opboksen tegen clubs met een grotere begroting, meer structuur. Als je een oordeel velt, moet je de problematiek van de hele club onder ogen nemen.”