
Financiële en sportieve zorgen bij Limburgse voetbalclubs, maar geld vinden is lastig: ‘Clubs hebben vaak niks te eisen’
Jimmy Leenders, Luuk van Esseveldt
12-05-2025, 06:45
De play-offs voor promotie staan op het punt van beginnen, maar Limburg ontbreekt. Met een schraal budget lukt het Roda, VVV en MVV niet om een rol van betekenis te spelen. Maar ook bij Fortuna, dat zich knap handhaafde in de eredivisie, zijn er financiële zorgen. Waarom komen de Limburgse profclubs structureel geld tekort? „Onder de streep zijn ze samen twintig miljoen verloren.”
Met lichte kriebels in de buik naar het stadion. Of met klamme handen op het puntje van de bank voor de televisie. Bij heel wat supporters lopen de zenuwen op voor wat het uitroepteken moet worden achter een lang en meeslepend voetbalseizoen: de nacompetitie. Een afvalrace waarin wordt uitgemaakt wie volgend jaar op het hoogste niveau speelt. Elk jaar opnieuw is spektakel gegarandeerd. Je zou als trouwe fan van minder aan de kalmeringstabletten gaan.
Ook Limburg was in het verleden meermaals het decor van memorabele play-offduels. Denk aan de zenuwslopende promotiekraker tussen aartsrivalen Roda JC en MVV in 2017. Of hoe vijf jaar eerder VVV op miraculeuze wijze aan degradatie ontsnapte tegen Cambuur. Het zijn momenten die bij veel supporters nog in het geheugen staan gegrift. Maar nieuwe herinneringen komen er voorlopig niet bij. VVV, Roda en MVV grepen alle drie naast een ticket voor de play-offs. Sterker nog, de hoop op deelname werd al ruim voor het einde van het seizoen opgegeven. Droevig stemmende prestaties die alles te maken hebben met de beperkte middelen waarmee de clubs het moeten rooien.
Bombarie
Hoe anders hangt de vlag er in Sittard bij. Limburgs enige eredivisieclub Fortuna wist zich dit seizoen al in een vroeg stadium veilig te spelen. Geen moment kwam de ploeg van trainer Danny Buijs in de sportieve gevarenzone. Als de resultaten meezitten, maken de geel-groenen zelfs nog kans op deelname aan de play-offs voor Europees voetbal. Geen vuiltje aan de lucht, lijkt het op het eerste gezicht. Toch is ook Fortuna bepaald geen club zonder zorgen. Met name op financieel gebied zijn er veel vraagtekens. Want wat is er volgend seizoen mogelijk?
Fortuna werd in 2022 deels verkocht aan twee zakenlieden: Atilla Aytekin en Umut Akpinar. Het duo vergaarde hun vermogen met online spelletjesbedrijf Azerion. Via een eigen investeringsmaatschappij kochten ze zich voor 20 procent in bij de voetbalclub. De ambities waren op dat moment niet gering: Fortuna zou de top zes gaan aanvallen. Ook werd er een vrouwentak uit de grond gestampt met Champions League-aspiraties. De Sittardse club investeerde in allerlei prijzige spelers en stuntte met de komst van de Turkse superster Burak Yilmaz.
Aytekin en Akpinar zouden op den duur meerderheidsaandeelhouder worden, was de gedachte. Maar in 2023 droogde de champagnefontein plots op toen de twee ondernemers ongewild in de schijnwerpers kwamen te staan. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) startte een onderzoek naar mogelijke beurskoersmanipulatie. Hoewel daar uiteindelijk geen bewijs voor bleek, kwamen de overnameplannen wel stil te liggen.
Fortuna gaat ondertussen nog altijd gebukt onder de stevige investeringen en dure contracten uit het recente verleden. Jarenlang is er veel meer geld uitgegeven dan er binnenkwam. Tekorten die telkens werden weggepoetst door de investeerders. Hoewel Aytekin en Akpinar sinds kort weer de regie hebben gepakt bij de eredivisionist, is niet duidelijk hoe het nu verdergaat.
Zeker is wel dat de club nog altijd gevangen zit in een forse bezuinigingsoperatie. Het negatieve eigen vermogen bedraagt volgens de laatste jaarcijfers liefst 14 miljoen euro. De met veel bombarie opgetuigde vrouwentak wordt deze zomer weer opgedoekt. Hoewel Fortuna sportief dus vooroploopt, heeft het één ding met de Limburgse eerstedivisionisten gemeen: de continue zoektocht naar financiële middelen.
Aan de ondergang ontsnapt
De erbarmelijke sportieve prestaties van MVV, Roda en VVV kunnen niet los worden gezien van hun mager gevulde portemonnee. De drie clubs werken met een zeer bescheiden tot schamel spelersbudget. Een exacte geldranglijst van alle clubs is er niet, maar duidelijk is wel dat Roda op plek 8 à 9 in de eerste divisie staat. Op zeer ruime afstand van (dure) topteams als ADO, Excelsior of Volendam. VVV bevindt zich onder in de middenmoot, MVV zelfs helemaal in de onderste regionen. Alle drie de clubs ontbreekt het dus aan de ruimte om te investeren in een selectie die echt mee kan doen om de prijzen.
Vreemd is dat gelet op hun situatie ook niet. Zo is het nog maar een jaar geleden dat MVV op het nippertje aan de ondergang ontsnapte. De club zette in op overname door een Amerikaanse aandeelhouder, maar kwam vorig jaar in de problemen toen die plots niet doorging. Geld waarop al was gerekend bleek toch niet te komen. Met behulp van een groep lokale ondernemers, bekend als het Maastrichts collectief, moest de club een schuldsaneringstraject ondergaan. De zakenlieden kochten daarbij de Amerikaanse partij uit.
Recent presenteerde MVV een nieuwe investeerder: de Japans-Nederlandse investeringsmaatschappij Deshima. Die heeft inmiddels 24 procent van de aandelen in handen. De Japanners zijn tot op heden niet aan het grote publiek voorgesteld, dus naar precieze plannen blijft het voorlopig gissen. Toch sijpelen er geluiden door dat er komend seizoen meer geld beschikbaar komt voor het samenstellen van de selectie.
Te koop: profclub
Niet alleen MVV belandde vorig jaar in de schuldsanering. Ook VVV doorliep met succes een zogenoemde WHOA-procedure, waarin via de rechter een akkoord kan worden afgedwongen met schuldeisers. Na die zware operatie moest de tering naar de nering worden gezet. Geld om te investeren in spelersmateriaal is er eigenlijk niet. Om die reden werd besloten de club te koop aan te bieden. Niet in het informele circuit, maar gewoon in alle openbaarheid. Op de website van Brookz, een overnameplatform voor mkb-bedrijven, prijkt sinds een tijdje ook de naam van VVV. Te koop: professionele Nederlandse voetbalclub.
VVV wordt op dit moment gesteund door tien lokale ondernemers, die samen opdraaien voor de tekorten. Maar dat is het dan ook. „Met de huidige structuur kunnen we niet meer investeren in voetbal dan dat we nu doen”, legt directeur Guus Pennings uit. Maar om sportief weer op een hoger plan te komen, is er wel geld nodig. „We zijn op zoek naar extern geld omdat we ervan overtuigd zijn dat we pas structureel financieel gezonde cijfers kunnen realiseren als we eerst investeren in het voetbal.”
Dat wil overigens niet zeggen dat Jan en alleman zich zomaar kunnen melden. Een aantal eisen: de cultuur en identiteit van de club moeten gewaarborgd blijven, club en overnamekandidaat moeten op één lijn zitten wat betreft de strategie en er moet sprake zijn van een langjarige toezegging. Een akkoord is nog niet in zicht, maar VVV is volgens Pennings wel volop bezig. „Er loopt een aantal sporen in binnen- en buitenland.”
Hand op de knip
Roda JC scheerde in het verleden ook meermaals langs de afgrond van het ravijn, maar heeft sinds een aantal jaar minder financiële zorgen. De Kerkraadse club weet zich al enige tijd gesteund door een aantal zeer gefortuneerde ondernemers uit de regio. Die zakenlieden, die zichzelf funders noemen, houden Roda al vijf jaar (met een helpende hand van de gemeente) financieel overeind. Een welkome adempauze voor de supporters, die in de jaren daarvoor gewend waren geraakt aan bijna-faillissementen en dubieuze investeerders.
Financiële ruggensteun van ondernemers uit de regio, het is een scenario waar menig club in de eerste divisie alleen maar van kan dromen. Toch klinkt er ook in het Parkstad Limburg Stadion al enige tijd gemor onder de trouwe aanhang. Roda’s funders stutten weliswaar de club, maar houden tegelijkertijd de hand op de knip. Geld pompen in het spelersbudget, zoals bijvoorbeeld Utrecht-eigenaar en hartstochtelijk supporter Frans van Seumeren doet, is er niet bij. Roda moet, zo menen ze, op termijn op eigen benen kunnen staan.
Structureel verlies
De gemene deler is helder: de vier profclubs komen geld tekort. „Als er niks geks gebeurt, lijden de Limburgse clubs structureel verlies”, constateert Job Gulikers, deskundige op het gebied van voetbalfinanciën. De docent en onderzoeker, geboren en getogen in Echt en verbonden aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), heeft de cijfers van de afgelopen vijf jaar op een rij gezet. De balans is niet fraai. „Onder de streep zijn de Limburgse clubs samen 20 miljoen euro verloren.” Meer dan de helft daarvan komt overigens voor de rekening van één club: Fortuna Sittard.
Hier en daar werd incidenteel winst gemaakt, maar dan vaak dankzij het betere kunst-en-vliegwerk, bijvoorbeeld door een kwijtgescholden lening. „Of door het verkopen van spelers. Ook daarmee kun je tekorten wegpoetsen, maar daar zijn de Limburgse clubs niet zo goed in, blijkt.”
Dat clubs verliezen moeten goedmaken is overigens niet ongebruikelijk. „Veel clubs geven meer uit dan er binnenkomt en proberen dat vervolgens recht te breien met de verkoop van spelers.” Voetbalbond KNVB staat dat ook gewoon toe. „Als je miljoenen meer wilt uitgeven dan er binnenkomt, mag dat gewoon. Zolang er maar iemand garant staat die dat verschil dekt”, schetst Gulikers.
Kwetsbaar
Vooruit investeren, het hoort deels bij het voetbal, waarin het nemen van grotere risico’s niet ongewoon is. „Clubs zijn geen reguliere bedrijven. Zodra de nood aan de man is, springen fans, sponsoren en gemeenten vaak bij. Supporters organiseren een crowdfunding, schuldeisers strijken - al dan niet gedwongen - met de hand over het hart. Voetbalclubs zijn vaak too big to fail. Bestuurders weten dat en nemen dus gecalculeerde risico’s.”
Dat de Limburgse clubs het al jaren financieel moeilijk hebben, is niet zo verwonderlijk. Al is het maar vanwege hun omvang. Roda, MVV, VVV en Fortuna zijn relatief klein en dus kwetsbaar. Waar clubs als Ajax, PSV en Feyenoord met miljoenen smijten, zijn in Limburg de bedragen en dus de marges veel kleiner. Een of twee wegvallende sponsoren kunnen al een groot verschil maken. Hetzelfde geldt voor wat toeschouwers meer of minder. „Duizend man extra publiek per wedstrijd scheelt ongeveer 20.000 euro aan inkomsten”, rekent VVV-directeur Pennings voor. „In een heel seizoen heb je het dan over bijna vier ton.” Op een spelersbudget als dat van VVV (zo’n anderhalf miljoen euro) scheelt dat behoorlijk.
Misgelopen flirt
Daar komt bij dat de Limburgse clubs in een provincie zonder grote bedrijven en vooral omringd door buitenland al snel in elkaars commerciële vijver vissen. Nieuwe inkomsten genereren is lastig. Meer fans trekken zonder eerst in het voetbal te investeren is echter nog veel ingewikkelder.
Dat clubs de deur openzetten voor investeerders van buiten, snapt Gulikers dus wel. „Je kunt los van je achterland of financiële mogelijkheden ineens extra kapitaal aantrekken. Met meer geld te besteden kun je betere spelers halen en sportief stappen zetten. Elke euro is natuurlijk welkom.” Zeker op een lager niveau biedt extern geld plots vaak een onverwacht groot perspectief. „In de eerste divisie kan een paar miljoen al het verschil maken tussen onderaan bungelen of bovenin meedoen.”
Toch hebben externe investeerders in Nederland doorgaans een slechte naam, traditionele suikerooms als Van Seumeren daargelaten. Vreemd is dat niet. Heel wat clubs hebben slechte ervaringen met overnamekandidaten. In eigen provincie gingen MVV en Roda al eens bijna ten onder aan een misgelopen flirt met een buitenlandse partij. Daarbuiten kunnen clubs als ADO Den Haag, FC Den Bosch en Vitesse daarover meepraten. Ook Gulikers is kritisch, zeker op clubs in de eerste divisie. Ploegen kunnen vanuit die competitie immers niet degraderen. „Je kunt er dus makkelijker voor kiezen om rustig te bouwen.”
Het voornaamste bezwaar van de onderzoeker: wie een club verkoopt, geeft de regie uit handen. Dat zaken als clubkleur, speelstad en naam vaak zijn vastgelegd, doet daar niets aan af. „Wat als de door jou gewenste eigenaar er na een paar jaar tabak van heeft? Je zit dan volledig op de bijrijdersstoel.”
Door het putje spoelen
Clubs die toch op zoek gaan naar een investeerder, doen er verstandig aan voldoende garanties in te bouwen. Door zich bijvoorbeeld niet voor grote bedragen in de schulden te steken. „Dan neem je een hypotheek op de toekomst. Want wat als die investeerder z’n geld terug wil of de overname toch niet doorgaat? Dan is er vaak een probleem.”
Zoiets lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het volgens Gulikers zeker niet. „Beggars can’t be choosers. Clubs hebben vaak niks te willen of te eisen, die zijn allang blij dat er iemand geld in wil steken. Als je financieel met de rug tegen de muur staat en iemand wappert met biljetten is dat al snel aantrekkelijk. Ook MVV ging de boot in met halfzachte toezeggingen uit Amerika. Of wat te denken van Vitesse, dat ja zei op een lening van ruim 11 miljoen euro tegen 15 procent rente. De gedachte is toch vaak: wie dan leeft, die dan zorgt.”
Wees dus terughoudend met het aannemen van geld van potentiële eigenaren en eis keiharde garanties op voorhand, is het devies. Al klinkt dat gemakkelijker dan het is. „Clubs zitten nu eenmaal vaak om geld verlegen en een investeerder wil natuurlijk ook garanties. Anders kan die zijn geld net zo goed meteen door het putje spoelen.” Want hoe fraai de verhalen over investeringen en overnames vaak ook klinken, op lange termijn geld (terug)verdienen aan een voetbalclub lukt maar zelden. Gulikers, glimlachend: „Een mooi gezegde is: de snelste manier om miljonair te worden is door als miljardair een voetbalclub te kopen.”
56 min geleden - 12 mei 2025 om 09:16 # 375707